Over yoga
Yoga staat voor verbinding. Het is het samenbrengen van lichaam, geest en ziel. Eeuwenlang werd yoga mondeling doorgegeven: duizenden jaren aan kennis, zwevend tussen lichaam en ziel, mythes stilaan vermengd met feiten, doordrongen van symboliek. Hoeveel jaren er zijn voorbijgegaan sinds yoga voor het eerst werd beoefend, kan niemand met zekerheid zeggen. Sporen van de ontwikkeling van yoga kunnen we meer dan 5000 jaar terugbrengen, maar er zijn ook onderzoekers die geloven dat de traditie van yoga meer dan 10.000 jaar oud is.
Doorheen de tijd zijn er honderden documenten teruggevonden die een vorm van yoga beschrijven: Hatha Yoga Pradipika, Gheranda Samhita, Yoga Sutra en vele andere. Meer dan echte teksten waren het korte omschrijvingen van yoga, niet bedoeld om enkel en alleen te lezen, wel om onder de begeleiding van een goeroe te kunnen interpreteren. Veel van de kennis werd bewust niet neergeschreven: de goeroe kon ze op die manier aan de leerlingen doorgeven wanneer die er klaar voor was. Vanuit de teksten kunnen we dus niet zeggen hoe yoga werd beoefend. We weten enkel dat het een fysieke beoefening was die de student kon voorbereiden op diepere meditatie.
Yoga zoals we die vandaag in het westen beoefenen, is gebaseerd op de technieken die zijn neergeschreven door Patanjali (tussen 200 v.C. en 200 n.C). Wie of wat Patanjali was, weten we niet. In zijn leidraad omschrijft Patanjali wel hoe de geest werkt: steeds wisselend tussen de ene gedachte en de andere, voortdurend bezig met het verwerken van zintuiglijke indrukken en constant rusteloos in beweging tussen verleden, heden en toekomst. De geest laat zich ook leiden door denkpatronen, gewoontes en voorstelling die in de loop van een mensenleven groeien. Patanjali ontwikkelde daarom een achtvoudig pad dat zou leiden tot een rustige geest en innerlijke vrijheid:
♦ Yama: omgaan met de wereld – afzien van geweld, onwaarachtigheid, gebrek aan zelfbeheersing, hebzucht
♦ Niyama: omgaan met jezelf – zuiverheid, tevredenheid, onderzoeken van je eigen gedachten en emoties, overgave
♦ Asana: omgaan met het lichaam – yoga oefeningen, accepteren van je eigen grenzen en beperkingen
♦ Pranayama: omgaan met de ademhaling – meer levensenergie, je energiestromen beheersen
♦ Pratyahara: omgaan met de zintuigen – je aandacht bewust naar binnen brengen, je zintuigen beheersen
♦ Dharana: concentratie – je aandacht brengen op wat je zelf kiest, bijvoorbeeld een mantra
♦ Dhyana: meditatie – waarnemen hoe je aandacht werkt en welk pad het aflegt
♦ Samadhi: innerlijke vrijheid – het uiteindelijke doel van yoga, gelukzaligheid en overgave
Vandaag bestaat onze yogapractice in het westen vooral uit het derde onderdeel van het pad: de asana of de lichamelijke oefening. In de negende eeuw ontstond een vorm van yoga die voornamelijk gebaseerd was op die lichamelijke oefening: hatha yoga. Hatha werd een overkoepelend begrip voor alle yogastijlen die de focus leggen op het lichamelijke aspect.
Technieken van hatha yoga
Asana
Het centrale aspect van de hathatraditie is het lichamelijke: alle yogahoudingen of asana’s hebben een bepaald effect op het lichaam. Vermoedelijk bestaan er enkele duizenden asana’s, die in de loop der jaren door yogi’s werden ontwikkeld en verder aangepast. De yogaposes bestaan uit staande en zittende houdingen, voorwaartse en achterwaartse buigingen, draaiingen, omgekeerde houdingen, balancerende houdingen en neutrale poses.
Zuiveren
Om het lichaam te zuiveren, worden verschillende zuiveringsrituelen uitgevoerd: dhauti (innerlijke zuivering van de borstkas, maag en darmen), basti/vasti (uiterlijke zuivering van de uitscheidingsorganen), neti (ademhalingsorganen), trataka (ogen), nauli (spijsverteringsorganen) en kapalabhati (hoofd en longen). In het westen worden deze maar tot een bepaalde hoogte uitgevoerd.
Bandha’s in yoga
De sloten van het lichaam die de energie binnen houden en de asana’s ondersteunen: mula bandha situeert zich in de bekkenbodem, Uddiyana bandha in de onderbuik en Jaladhara bandha achteraan in de keel.
Mudra’s in yoga
De subtiele houdingen van de handen die energie leiden naar de plaatsen waar het nodig is. Veel mudra’s hebben ook een symbolische betekenis.
Pranayama en meditatie
In het Sanskriet betekent prana ‘levensenergie’. Pranayama is het verdelen van die levensenergie via de ademhaling. Bewust gestuurde ademhalingsoefeningen kunnen de toestand van de geest beïnvloeden, zo zegt de hathatraditie. Medititatie is een manier voor de mens om in zichzelf op zoek te gaan. Wij gebruiken het vooral om innerlijke rust te vinden, maar het uiteindelijke doel van Patanjali was het komen tot een toestand van bewustzijn en gelukzaligheid.
Photo credit: jaumescar via Visualhunt.com / CC BY-NC-SA